Het was een geroezemoes om je heen. Er waren ook zuiplappen uit de woestijn bij, door andere kerels meegebracht. Die deden armbanden om je armen en zetten je een mooie kroon op het hoofd.
Vanuit uw huis kwamen de geluiden van een feestende menigte, van onbehoorlijke kerels en dronkaards uit de wildernis die banden om uw polsen deden en prachtige kronen op uw hoofd zetten.